Column de Rek op Remco in De Morgen van woensdag 26 sep 2018

De rek op Remco

Niemand wil de Kannibaal van Schepdaal worden genoemd. Net zo min als de Hongerige van Tongeren of de Piston van Virton. Van onze kersverse wereldkampioen tijdrijden bij de juniores, en als alles een beetje normaal verloopt ook op de weg, is dat niet zo zeker. Remco Evenepoel (18) en entourage doen weinig moeite om te dimmen. Waarom zouden ze, als de dichtste belager op anderhalve minuut eindigt? Een beetje euforie is dan wel gewettigd.

Remco Evenepoel is de derde Kannibaal in de rijke geschiedenis van de vaderlandse wielersport. Sven Nys, die nooit verder kwam dan het veld en een negende plek op de Olympische Spelen op de mountainbike, kreeg al eens de twijfelachtige eer om hetzelfde epitheton als de GOAT (greatest of all time) te dragen, maar niemand die het aandurfde om hem als de nieuwe Eddy Merckx te bestempelen.

Nieuwe Merckxen anders genoeg gezien in die veertig jaar dat Eddy is gestopt, maar geen enkele die én de nieuwe Merckx én de Kannibaal werd genoemd. Evenepoel is het allebei en wat nu volgt, is een poging om het allemaal een beetje te contextualiseren, om te waarschuwen ook en vooral om dat hele arme Belgische wielrennen, dat al decennia smeekt om een supertalent dat níét voortijdig in de goot belandt, met de voetjes op de grond te houden.

Te beginnen bij Remco Evenepoel zelf. Onbegrijpelijk dat zowel de bond als zijn aanstaande ploeg QuickStep die jongen niet eerst op cursus heeft gestuurd. Een masterclassje ‘wat denk je, maar zeg je vooral niet’ was van pas gekomen. Je zegt bijvoorbeeld niet: “Ik klim 5 per uur rapper dan de rest.” Als iedereen met 15 per uur rijdt, is 5 per uur een derde sneller. Dat lijkt lichtelijk overdreven en zelfs al is het de waarheid, dan nog zeg je dat niet. Er is een regeltje: wat Eddy nooit over zichzelf heeft gezegd (maar Frans Verbeeck wel ooit over Merckx), moet Remco uit Schepdaal ook niet zeggen.

Dat het erin gaat als zoete koek, begrijpelijk. En als hij het zegt, mag het ook worden geschreven. Heel ander verhaal natuurlijk als de jongeman controleerbare dingen zegt die aanwijsbaar fout zijn. Bijvoorbeeld dat Chris Froome en Tom Boonen dezelfde maximale zuurstofopname zouden hebben, 82 met name. De laatst bekende data van Froome (in 2015 getest in het GlaxoSmithKline Human Performance Lab) geven 84,6. Boonen zat in de buurt van de 80.

De watts per kilogram lichaamsgewicht van de klimmende Evenepoel stonden ook in de krant. Evenepoel verklaart 7 watt per kilo te trappen en daar stond toen als uitleg bij dat de betere Tour-klimmers meer dan 7 halen. Er zijn er ooit twee geweest die boven de 7 uitkwamen: Marco Pantani en Lance Armstrong op l’Alpe d’Huez, toen die redelijk vol met epo zaten. Dit jaar reed Tom Dumoulin nooit boven de 5,7 watt en 6,3 is zowat de fysiologisch aanvaardbare grens voor beklimmingen die langer dan 20 minuten duren.

Misschien knijpt daar het schoentje en heeft Evenepoel op de Berendries 2 minuten lang 7 watt per kilo getrapt. In dat geval heeft hij een probleem, want hoe korter de klim, hoe hoger het vermogen. Vergeet die 7 watt, koop die jongen een nieuwe powermeter a.u.b. en stuur hem op cursus. Zorg ervoor dat hij daar niet mee te koop loopt.

Dat Evenepoel het grootste talent in jaren is dat het wielrennen heeft voorgebracht, staat als een paal boven water en het bijzondere/ frustrerende/leuke eraan is dat het wielrennen dat talent helemaal niet heeft voortgebracht. Hebben ze bij de wielerbond eens een keertje een supertalent, dan komt hij net als het speerpunt bij de profs, Greg Van Avermaet, uit het voetbal. Dat verhaal is bekend: Evenepoel speelde bij Anderlecht, PSV en ook nog KV Mechelen, verloor even zijn basisplaats en ging toen koersen.

Dat doet hij nu anderhalf jaar en hij wint alles. Een groot talent, jawel. Een uitzonderlijk groot talent, jazeker. Een nooit gezien talent? Dat moet nog blijken. Resultaten behaald in het verleden zijn een opsteker, maar geen garantie voor de toekomst. Evenepoel wordt volgend jaar prof bij QuickStep en dat is het slechtste wat hem kon overkomen. Niet QuickStep, maar dat hij op zijn achttiende, zonder één wedstrijd bij de beloften, meteen bij de grote jongens gaat rijden.

Het plan was om hem eerst bij Axel Merckx een jaar te laten rijpen en dan over te hevelen, maar Team Sky wilde hem onmiddellijk een kans geven en onder druk van alle aanbiedingen die zijn kant op kwamen, heeft Patrick Lefevere hem dan maar meteen een contract gegeven.

Zijn trainer is al jaren Fred Vandervennet, een marathonloper die ooit zijn vader trainde en die Remco Evenepoel ook begeleidde in zijn conditioneel werk als voetballer. Vandervennet stond als loper al bekend als een trainingsbeest en heeft zich later ontwikkeld als trainer. Wat dat aspect betreft, hebben ze het daar bij de Evenepoels op orde.

De vraag is dus niet of hij goed wordt begeleid en of hij een talent is, maar hoeveel progressiemarge hij nog heeft. Met andere woorden: hoeveel rek zit er nog op Remco Evenepoel?

 

 

De-rek-op-Remco