Verhaal met Peter Callant van KV Oostende in De Morgen van zaterdag 24 november 2018

‘Ik mis authenticiteit in het voetbal’

Ooit de jongste voorzitter in het volleybal, daarna sportsponsor over het hele land, maar sinds een half jaar eigenaar van een eersteklasser in het ontplofte Belgische voetbal. Peter Callant (52) heeft nog steeds geen spijt. ‘Al denk ik soms: rare wereld.’

“Toen ik KV Oostende overnam van Marc Coucke moest het snel gaan, al heb ik toch een paar weken nagedacht. De eerste reactie was ‘ja, maar’, met de nadruk op ‘maar’. Coucke heeft die ‘maars’ weggenomen. Misschien was er beter nog iets meer tijd over gegaan om beter zicht te krijgen op hoe dat voetbal in elkaar steekt en ook op de rekeningen van KVO, maar dat heeft ook zijn voordelen. Ik heb echt geen 15 of 20 miljoen betaald voor die club. Overigens zou geen enkele Belg dat betalen. Ook niet voor SK Lokeren, zoals ik nu hoor.

“Marc moest van KVO af, hij had Anderlecht. We hebben goed onderhandeld en hij heeft uiteindelijk nog een kapitaalverhoging doorgevoerd van 15 miljoen waardoor KVO schuldenvrij was. Dat laatste was een voorwaarde. Ik kreeg als sportiefste makelaar van het land de kans om een voetbalclub te kopen die mij op het lijf geschreven is. Als die trein passeert, moet je niet aarzelen.

“Over Coucke wordt veel geschreven en gezegd, maar ik doe daar niet aan mee. Natuurlijk heeft hij KV Oostende financieel op een niveau gebracht waar het intrinsiek niet thuishoort, maar dat weet hij zelf. De term ‘Coucke-vet wegsnijden’ komt trouwens van hem. Die investeringen hebben resultaten opgeleverd maar een garantie op succes is dat niet. Vorig jaar haalden ze in het seizoensbegin één op eenentwintig, met de duurste ploeg die KVO ooit heeft gehad.

“Ik heb nog geen moment spijt gehad. Ik zag meteen de opportuniteiten: passie, communicatie, naamsbekendheid, terugverdieneffect, het zit allemaal in ons model. Geen betere hefboom dan voetbal om zaken te doen. Nu helpt het ook dat wij een van de grootste business community’s van de hele eerste klasse hebben en het helpt nog meer dat ongeveer iedereen ook na het vertrek van Marc Coucke is gebleven. We zullen inzake inkomsten zelfs dit seizoen iets hoger uitkomen, vooral te danken aan de verhoogde tv-rechten na vijf volle jaren in eerste klasse.

Veel onderling wantrouwen

“Er wordt soms gezegd dat ik nieuw ben in het voetbal. Als voorzitter wel en dat iedereen je dan aanspreekt met voorzitter en niet met Peter zoals op kantoor, dat vraag ik niet maar dat krijg je er gratis bij. Ik heb wel een paar keer gezegd ‘zeg maar Peter’, maar iedereen zegt voorzitter. Oké dan. Ik heb wel ervaring als sponsor in het voetbal, bij Cercle Brugge en bij KV Oostende, en ik was samen met Marc vroeger nog bestuurder van deze club. Zo helemaal nieuw ben ik dus niet.

“Ik blijf wel afzijdig uit alles wat bond en profliga is, maar dat heeft alleen met mijn tijdsbesteding te maken. anderhalve tot twee dagen op zeven wil ik met het voetbal bezig zijn, de rest met het bedrijf en de privé. Ik ben ook niet zo vaak op Oostende. Oostende komt vaker naar Oostkamp.

“Ik ben nog zoekende. Neem nu de bedrijfscultuur. In mijn bedrijf heb ik geregeld een Callant meets Callant-sessie, intern overleg. Aan het eind zit een blokje ‘vragen aan de CEO’. Ik stel mij daar kwetsbaar op, ik deel dingen, ik probeer verbinding te maken. Ik wil een waardegedreven verzekeringsmakelaar zijn, met een DNA, een bedrijfscultuur en wederzijds vertrouwen.

“In het voetbal merk ik veel onderling wantrouwen. De kracht ligt in de verbinding onder elkaar. Leiderschap begint met waarden en vertrouwen. Met Hugo Broos (technisch directeur, HV) en Gert Verheyen (trainer, HV) heb ik dat. Misschien komt de dag dat ik Gert Verheyen zal moeten ontslaan. Ik hoop eerder dat hij weggeplukt wordt omdat hij te goed is voor ons en dat zal dan ook pijn doen, maar ik zal meteen naar een Gert Verheyen bis op zoek gaan omdat ik het gevoel heb dat ik met hem waarden deel. Ik praat met Gert en Hugo zoals met mijn vrouw: in openheid en in vertrouwen.

“De tevredenheid binnen mijn bedrijf ligt boven de 80 procent. Dat zal ik in het voetbal met al zijn passanten wellicht nooit halen en toch ga ik proberen het met KV Oostende anders te doen en van deze club een mooie club te maken met mooie waarden en mooie mensen. Oké als dat moeilijk is in het voetbal, toch gaan we proberen beter te doen dan de rest.

“Ons DNA is gewijzigd. Wij halen geen sterren meer als Lombaerts of Proto. Wij rekruteren spelers die we kansen willen geven: jonge spelers tussen negentien en vierentwintig jaar in wie we geloven maar ook oudere spelers die we een nieuwe kans willen geven zoals Tom De Sutter.

“Dat in het voetbal de salarissen hoger liggen dan in de verzekeringswereld, daar heb ik op zich geen moeite mee omdat je twee sectoren niet mag vergelijken. Dat er te veel wordt betaald vergeleken met wat voetballers bijbrengen aan de maatschappij en er over het algemeen heel veel geld in voetbal omgaat, daar ben ik het wel mee eens. Alleen gaat KV Oostende dat niet veranderen.

“Wat ik kan doen, is mensen aantrekken van wie ik denk dat ze eerlijk zijn omdat anderen mij daarvan hebben kunnen overtuigen
en omdat ik een goed gevoel bij hen krijg. Wij hebben nu een scoutingcel opgezet, want die had KVO niet, met onder meer René Verheyen en Jos Volders. Ik verwacht dat ze met spelers komen die we minstens vier keer gaan volgen en als iemand neen zegt, gaan we die speler niet halen.

Snel een miljoentje op tafel

“KVO behoort tot de ploegen die één keer in de tien jaar in de problemen kunnen komen en zouden kunnen degraderen. Door ons hoge budget moeten we daar één keer in de twintig jaar kunnen van maken en tegelijk goed aanwerven en vooral ook een eigen vermogen opbouwen, zodat we bij een tegenslag ook meteen kunnen ingrijpen. Er zijn nu naast mij al drie andere aandeelhouders ingestapt en er komen er nog bij. Ook dat is een extra garantie bij een tegenslag. Vroeger legde Marc Coucke snel een miljoentje op tafel. We hebben Coucke opgedeeld in meerdere Coucketjes.

“Gelukkig zijn wij in mijn eerste seizoen gespaard van sportieve zorgen terwijl we een nieuwe ploeg bouwen. KV Oostende speelt van wedstrijd tot wedstrijd beter. We hebben tien transfers gedaan: vijf daarvan presteren, vijf minder. We hopen die vijf ook beter te zien worden.

“Met de stress valt het bij mij wel mee. Er is wel een dimensie aan het supporterschap toegevoegd: de impact van wat er op het veld gebeurt, is zo gigantisch dat je winst of verlies meteen in rekening brengt. Ook na verlies slaap ik goed. Zelfs na die 0-4 tegen Gent ben ik niet uitzonderlijk humeurig. Ik word daar niet vrolijk van, maar ik ga ook niet naar de kleedkamer. Ik kom alleen bij de spelers in overleg met de technische staf en dat is voor de wedstrijd, maar ook niet te vaak.

“Ik laat mij voetbal uitleggen. Tijdens de wedstrijd zit ik naast Hugo in de tribune en zegt hij wat hij ziet. Elke dinsdag zit ik samen met Gert en Hugo en analyseren zij de voorbije wedstrijd. Niet op restaurant, ook niet in Oostende, maar in Oostkamp op kantoor. Ik heb ook een welomlijnd idee van de rol die de voorzitter moet spelen. Spelers vakantie geven? (lacht) Neen, dat zal ik niet doen. Een voorzitter vult zijn functie in zoals hij dat zelf wil.

“Mijn mond is nog niet opengevallen. Ja, er is een bom ontploft en overal hoor ik: we wisten dat toch? Maar wat weten we nu? Ben jij van je stoel gevallen, neen toch? Ik volg het dossier alleen van lezen in de krant. Wij zijn ook geen betrokken partij en ik laat het komen zoals het komt, maar dat de voetbalwereld ziek is, daar moet je mij niet van overtuigen.

“Toen Cercle in 2015 thuis miraculeus in extremis verloor van KV Mechelen met 2-3 nadat het 2-0 had gestaan en het 2-1 wordt door een flagrant niet gefloten buitenspelgoal, was ik sponsor. Ik was toen niet in het stadion maar ik volgde het wel. Ik heb toen een sms’je gestuurd in de 89ste minuut, naar Cercle: proficiat. Echt waar. En nadien keert het nog allemaal. Buitenspel en een strafschop onder meer. Was dat gefikst? Ik durf dat niet zeggen, maar er zijn dingen naar boven gekomen waarvan ik denk: hoe kan je nu zo als mens door het leven gaan?

“Er gaat te veel geld om in het voetbal en vooral bij de makelaars. Zij bepalen waar de speler speelt. Ja, Coucke heeft 3,8 miljoen euro aan Didier Frenay gegeven als commissie. Had hij dat niet gedaan, dan ging Landry Dimata naar een andere club voor minder geld. Frenay was met een erg goedkope Dimata afgekomen en had 30 procent op de doorverkoop bedwongen.

Drie keer cashen

“Dat is een goede deal maar in de contracten die wij met de makelaars hebben afgesloten sinds ik aan het roer zit, staan dat soort clausules niet. Die vergoedingen staan niet in verhouding tot de prestaties die de makelaar levert, punt. Wij betalen ook geen procent meer op het contract van een speler die al weg is bij Oostende. Het is toch niet te geloven dat er makelaars zijn die het normaal vinden om drie keer te cashen op het contract van een speler: bij KVO waar hij al weg is, bij een andere club waar hij naartoe is gegaan en ook al weer weg, en dan nog eens bij een derde club.

“Volledige transparantie inzake transfers en de makelaarsvergoedingen en alles neergelegd bij een licentie of andere commissie, dat is de oplossing. Als land zullen we dan wel een uitzondering zijn en misschien zullen we dan wel eens een speler mislopen omdat de makelaar op een ander meer kan verdienen. Het is dan maar zo.

“Ik ben niet geschrokken. Ik heb vooral meer moeite met de waarden in het voetbal, of het gebrek eraan. Dat de mensen niet altijd eerlijk zijn. Ik mis authenticiteit in het voetbal. Als je met iemand uit het voetbal spreekt, moet je je altijd afvragen: wat bedoelt hij nu, wat heeft hij niet gezegd, die laat het achterste van zijn tong niet zien, ik krijg hier maar een half antwoord. Het wielermilieu is veel echter.

“Heb ik ooit tegen jou gezegd: het is de deal van mijn leven? Dat zou kunnen. Ik zie dat nu niet anders, eerder een beetje genuanceerder. Het is lastig, een voetbalclub in veilige wateren krijgen, maar ik heb geen schrik van lastige dingen. Ik heb drie ironmans uitgelopen, dan ben je fysiek en mentaal een volhouder.”

 

Peter Callant.DM24nov18