‘Koers, een sport voor oude mannen’ in De Morgen van zat 16 jan 2016

DISCLAIMER

De geïnterviewden en de auteur wensen u er op te wijzen dat u na het lezen niet op de boodschapper(s) moet schieten. Dit is een ‘zeikverhaal’, maar het is de waarheid, niks anders dan de harde waarheid en als niemand in die mooie sport ze onder ogen wil zien, zal er geen mooie sport wielrennen meer zijn. (De PDF heeft ook een grafisch element met harde data.)

Een sport voor oude mannen

Koers bokst boven haar gewicht, ruziet al decennialang, zit op een wankel economisch model, leeft in de trage samenleving van weleer en heeft een aanhang die geleidelijk afsterft. ‘We zijn een sport van de jaren 50.’

Koersaficionado’s die doctoreren in de economie moeten waken voor een depressie. Economie-professoren Daam Van Reeth en Wim Lagae, beiden behorend tot de KU Leuven, zien de toekomst van hun passie somber in. Bij de start van het nieuwe seizoen, morgen in Australië, en met de verschijning van het standaardwerk The Economics of Professional Road Cycling, samengesteld door Van Reeth en met Lagae als auteur, bracht De Morgen de twee koersproffen samen en confronteerde hen met enkele stellingen.

De conclusie?
Lagae: “Ik vrees dat we een negatief verhaal brengen.” Van Reeth: “Inderdaad, maar we kunnen niet anders.”

De koers is van ons, omdat niemand anders ze wil

Lagae: “Vlaanderen is gek van wielrennen, maar daar houdt het ook op. Wij kijken wel nog naar een lange vlakke etappe met een vroege ontsnapping die zeker wordt teruggegrepen, waarna ze sprinten en vallen, zoals in de Scheldeprijs. Wielrennen zou moeten beseffen dat het een nichesport is en nood heeft aan een groter cliënteel wil het de strijd met ander entertainment niet verliezen.”

Van Reeth: “In Vlaanderen is de kijkdichtheid voor wielrennen nog boven de 10 procent. Nederland en Denemarken halen tussen 5 en 10 procent, en dat is het dan. De Tour meldt dat 3,5 miljard mensen wereldwijd kijken. Alle gerapporteerde kijkcijfers in het wielrennen, ook die van de Ronde van Vlaanderen en van het WK, moet je delen door tien. Er kijken dus geen 3,5 miljard maar 350 miljoen mensen naar de Tour, gecumuleerd. Gedeeld door twintig ritten zijn dat 17,5 miljoen kijkers per rit, steeds dezelfde kijkers welteverstaan.”

Lagae: “Sponsoren geloven die gecumuleerde cijfers soms nog, maar de tv-stations weten beter. Wielrennen is een dalurensport. De sport staat op omdat er mooie plaatjes bij horen van de streek waardoor ze rijden, maar de dag dat voetbal een zomersport wordt en gaat concurreren met wielrennen, wordt dat een andere zaak. In voetbal gebeurt elke minuut wel iets, in wielrennen niet. Soms rijden ze uren naast elkaar.”

Van Reeth: “Wat VTM nu doet, kleine lokale Belgische koersen uitzenden en die groeperen, wordt een Belgische versie van de Coupe de France. Ik ben benieuwd naar de kijkcijfers.”

Lagae: “Die wedstrijden zijn ooit al gecoverd door EXQI en Sporting Telenet, maar ik denk dat de kijkcijfers hoger zullen liggen op VTM. Het zegt veel over de populariteit en kijkdichtheid van wegwielrennen in Vlaanderen.”

Van Reeth: “En toch raakt ook bij ons wielrennen de jeugd kwijt. De gemiddelde leeftijd van de Belgische en Nederlandse kijker is 58-59 jaar. Ik vraag mijn studenten altijd of ze naar de Tour kijken: van de Vlaamse studenten is dat 5 procent. Van de buitenlandse heeft er soms al eens één een rit gezien.”

Lagae: “Bad demographics, zijn dat. 58 jaar is een goede fit voor Plus Magazine of Kerk en Leven, niet voor een tv-sport. De oudere kijkers vallen weg omdat ze doodgaan, maar aan de onderkant komt er niemand bij.”

Het economisch model van wielrennen is onhoudbaar

Van Reeth: “Dat de budgetten van alle teams de laatste kwarteeuw jaarlijks met 6 tot 7 procent zijn gestegen, en in België zelfs met 10 procent, is niet te verantwoorden. De waarde van wielrennen is niet in die mate toegenomen.”

Lagae: “De budgetten staan niet in verhouding tot de tv-rechten en de andere inkomsten. Ook de lonen niet overigens. Geen enkele renner zou meer dan 1 miljoen mogen verdienen in deze sector. Er wordt steen en been geklaagd over de lage prijzengelden, maar dat is ongeveer het enige wat marktconform is.”

Van Reeth: “In het wielrennen heb je drie grote bedrijven die sponsoren: Sky, Movistar en Dimension Data. Voor het overige zijn het lokale bedrijven, fietsenmerken, overheids-bedrijven zoals Katjoesja, drie loterijen en veel mecenassen.”

Lagae: “Wielrennen is te groot voor onze kmo’s en veel te klein voor de wereldspelers. Rabobank en T-Mobile waren de laatste en die zijn weggepest. Ik heb een sterk vermoeden dat het beladen dopingverleden van het wielrennen nog meespeelt.

“Er is een economisch model, maar geen economische hefboom. Een organisator kan heel moeilijk geld verdienen met wielrennen. Ticketing is onbestaande en ook moeilijk te organiseren. Drie van de laatste vier wereldkampioenschappen zitten in de financiële problemen.”

Van Reeth: “De Tour is terug op de Duitse nationale zenders. Juist ja, tegen amper 5 miljoen euro en slechts een uurtje per dag. In andere landen moet je die wedstrijd zoeken op kleine betaalzenders. Voor pakweg onze Ronde van Vlaanderen is dat nog erger. Spanje heeft ooit badminton uitgezonden in plaats van de Ronde: ze hadden vier miljoen kijkers.”

 

De Tour de France en eigenaar ASO zijn de grote boosdoeners

Lagae: “Een marktleider moet ervoor zorgen dat de sectoriële taart steeds groter wordt en dat doet ASO niet. Ze is een monopolist die alleen aan zichzelf denkt en die profiteert van het gebrek aan visie van een sector die slecht wordt gemanaged.”

Van Reeth: “ASO en de Tour denken eerst aan zichzelf. Ze organiseren veel en houden zelfs verlieslatende wedstrijden recht. Ze betalen ook dubbel zoveel prijzengeld uit dan ze moeten. Als ik zou kunnen kiezen tussen hoofdsponsor worden van een team voor 10 tot 15 miljoen of hoofdsponsor worden van de Tour voor 5 miljoen – meer exposure voor veel minder geld – ik zou het wel weten.”

Lagae: “We zijn in twintig jaar geen meter opgeschoten omdat ASO altijd dwarsligt. De UCI maakt een revolutionair plan, zwakt dat af tot een zachtgekookt ei en toch roept ASO onmiddellijk dat ze heel erg boos zijn en uit de WorldTour stappen. Dat is slecht voor het welzijn van het wielrennen. Elke cohesie van de ploegen wordt door ASO ook meteen aan flarden geschoten.”

Van Reeth: “De Tour en ASO spinnen garen bij de verdeeldheid en de onkunde van de wielerwereld, maar het is niet hun schuld dat de UCI en de ploegen er niet in slagen hun sport goed te beheren. En zij klagen niet, want na het slechte jaar 2014 zijn de kijkcijfers opnieuw gestegen.”

Lagae: “De teams moeten wel hun fixatie op de tv-rechten van de Tour opgeven. Ze moeten er juist zelf voor zorgen dat er veel meer tv-rechten worden betaald voor een interessant wedstrijdprogramma. Drie weken Tour, dat mag blijven. Het is een uniek evenement hebben we van de zomer nog gezien in Utrecht en Antwerpen en de editie van 2015 zat goed in elkaar met spannende ritten. Behoud naast de Tour de monumenten en klassiekers en plan daar rond wedstrijden op interessante locaties.”

Het wielrennen moet nieuwe markten aanboren

Van Reeth: “Vijf weken koers in Frankrijk en Spanje, vier weken in Italië; dat zijn honderd koersdagen in drie landen. Dat moet anders.”

Lagae: “Maar doe toch vooral goed waar je goed in bent en bewaar de traditie hier in Europa. Wielrennen is een logistieke nachtmerrie en de ploegen kunnen niet overal in de wereld een service course onderhouden. Bovendien vind ik niet dat je in pakweg Qatar moet gaan rijden als de temperaturen daar te hoog oplopen. Wat is daar de economische hefboom? Welke tv betaalt daarvoor? Staan te kijken: twee man en een paardenkop, pardon een kameel.”

Van Reeth: “Dat is op zich geen bezwaar. Je hebt als organisator niks aan al die mensen langs de weg van de Ronde van Vlaanderen, want toeschouwers vertegenwoordigen geen economische waarde. Zo kan een Arctic Race in Noorwegen zonder mensen langs de weg ook prachtige tv opleveren, alleen al door de mooie omgeving. Ik zou de traditie zeker behouden, maar daarnaast zou ik landen opzoeken waar geld is, zoals de Verenigde Staten, Australië, Canada.”

Lagae: “En waar de wegeninfrastructuur nog een groot peloton aankan, iets wat bij ons verleden tijd is. Wielrennen is in die veertig jaar dat ik het volg steeds gevaarlijker en gecompliceerder geworden. Anderzijds heeft nooit één structuurverandering plaatsgevonden, zoals in andere sporten. Voetbal kwam met de Champions League, en ook triatlon heeft zichzelf helemaal heruitgevonden met kortere, snellere events, weg van die lange slopende Ironman, die uiteraard ook is blijven bestaan.”

Van Reeth: “Wielrennen zou een voorbeeld moeten nemen aan biatlon en langlaufen. Daar hebben ze hun competitieformats aangepast aan de verzuchtingen van de tv-kijkers, met snelle spannende wedstrijden, met interessante formules als achtervolgingen en met prijzengeld dat hetzelfde is als van de Ronde van Vlaanderen.

“Met BMX heeft wielrennen spanning en spektakel in huis. Het IOC weet maar al te goed dat BMX de best bekeken wielerdiscipline was op de Spelen in Londen. Overigens, in de hele wereld is de 100 meter sprint of de openingsceremonie het best bekeken event van de Spelen, maar in Vlaanderen was dat de wegwedstrijd.”

Lagae: “Ik vrees dat we zijn blijven hangen bij het oude wielrennen, een concept van de trage samenleving van de jaren 50. Zolang we onszelf wijsmaken dat dit een wereldsport is die goed wordt geleid, zal ook niks veranderen. Wouter Vandenhaute had een miljard van CVC (verstrekker van durfkapitaal, actief in de formule 1, HVDW), Bakkala had Banque de Rothschild achter zich en toch lukte het niet. Grote spelers zijn mislukt. Er zijn te veel historische kansen gemist.”

The Economics of Professional Road Cycling door Van Reeth, Daam, Larson en Daniel Joseph wordt uitgegeven bij Springer Verlag en is te koop voor 165 euro.

Koers, een sport voor oude mannen

Een gedachte over “‘Koers, een sport voor oude mannen’ in De Morgen van zat 16 jan 2016

Plaats een reactie